Nachdem wir wieder in Gilgit am Busbahnhof angekommen waren, kauften wir gleich unsere Bustickets für die Fahrt nach Rawalpindi für den Bus nächsten Morgen 8 Uhr. Busse nach Rawalpindi fahren fast zu jeder Stunde ab. Wir wollten jedoch so früh los, da wir am Swat Tal vorbeifahren mussten und das erschien uns, trotz der im Moment stabilen Situation, sicherer am helllichten Tag.

8 Uhr wurde 9 Uhr, aber für pakistanische Pünktlichkeitsvorstellungen war das noch vollkommen im Limit. Die eine Stunde machte am Ende auch wenig aus, da die ganze Fahrt mindestens 17 Stunden dauern sollte. Letztendlich waren es dann lange 22 Stunden… Der Bus sollte eigentlich auch Air-condition haben, aber die war wohl auf 30 Grad eingestellt. Die Airco war auch noch in einem “Frische-Luft-Kampf” mit einem Kleinkind, das hinter uns sass. Es stand schnell 1-0 für den kleinen Mohammed, nachdem der seine Windel und auch die Reservewindel vollgesch… hatte – die Reise konnte beginnen!

Als wir in Rawalpindi ankamen, einer Stadt mit 2,5 Millionen Einwohnern und nur 10 Kilometer entfernt von der Hauptstadt Islamabad, wurde schnell deutlich, wovor uns jeder gewarnt hatte…die Hitze! Abtrocknen nach dem Duschen war sinnlos. Wir wollten nur einen Tag bleiben und trotz der Hitze und 22 Stunden Busfahrt in den Knochen, fuhren wir noch mit einem Bus nach Islamabad. Wie schon gesagt ist Islamabad seit 1960 die Hauptstadt von Pakistan und wurde komplett neu gebaut, um Karachi als Hauptstadt abzulösen. Dass es eine “geplante” Stadt (so wie Canberra oder Brasilia) ist, sieht man sofort. Es hat überhaupt keine Atmosphäre und nachdem wir das Nationaldenkmal von Pakistan besucht hatten, waren wir schnell wieder im Hotel und nahmen am folgenden Tag den Zug nach Lahore.

Lahore ist eine Stadt, wie man sie sich auf dem indischen Subkontinent vorstellt. Warm, Chaos, dreckig und viel zu viele Menschen! Eigentlich war es zu warm, um etwas zu unternehmen. Dazu kommt noch, dass es in Lahore “regular power cuts” gibt und das heißt, dass aller zwei Stunden der Strom abgestellt wird. An Schlaf war nicht zu denken, sobald nachts der Strom weg war und der Ventilator ausging. Wenn der seine letzte Runde gedreht hat, bricht einem sofort der Schweiß aus!

Ein paar Sachen wollten wir trotzdem machen. Wir hatten die Möglichkeit, bei einer Sufi-Nacht dabei zu sein. Der Sufismus gilt als islamische Mystik und ist für seine Anhänger die esoterische Wahrheit des Islam. Ein wichtiger Bestandteil ist die Musik – Gesang, Tanz, Trommel- und Flötenspiel. Jede Donnerstagnacht wird im Baba Shah Jamal Schrein in Lahore die Sufi-Nacht zelebriert, bei der die beiden berühmten Sain-Brüder auf ihren Dhol-Trommeln stundenlang spielen und die Menschen dazu tanzen, ihre Köpfe schütteln und sich in eine Art Trancezustand bringen. Gonga Sain ist von Geburt an taub und hat das Trommelspiel von seinem Vater erlernt. Er kann die Vibrationen mit seinem Bauch spüren und er und sein Bruder Mithu spielen bis auf den letzten Ton synchron. Gonga ist für seine Anhänger ein Heiliger und die beiden spielen auch auf internationalen Festivals. Es war sehr beeindruckend, bei diesem Spektakel dabei zu sein und wir waren erst früh halb 4 wieder im Bett.

Für mich war es einfach zu warm und darum blieb ich die restliche Zeit auf der Dachterrasse des Hostels. Eddy besichtigte noch das Lahore Fort und die Badshahi Moschee. Das Fort ist ein Bauwerk aus der Mughal Aera und seine heutige Form stammt aus dem Jahr 1556. Es diente als Residenz für den Mughal Herrscher Akbar und die verschiedenen Gebäude auf dem 20 Hektar großen Gelände hatten alle unterschiedliche Funktionen, wie zum Beispiel der Empfang (ausländischer) Gäste, Schlafen und Beten. In Indien stehen noch zwei weitere dieser Mughal Forts (Delhi, Agra). Die Badshahi Moschee befindet sich neben dem Fort und ist eine der grössten Moscheen der Welt. Der Vorplatz bietet Platz für 100.000 Menschen. Sie sieht übrigens der Jama Masjid in Delhi sehr ähnlich, daher sehen die Fotos davon wohl so aus, wie die, die später noch aus Indien kommen.

Während Eddy die Moschee besichtigte, traf er Peter, mit dem er sich dann zwei Stunden auf einer Terrasse über Gott und die Welt unterhielt und milk tea schlürfte. Das Besondere an Peter war, dass er Christ ist in einem Land mit fast 100 % Muslimen. Er lud uns zum Abendessen bei sich zuhause ein und dort unterhielten wir uns über diese Problematik. Sehr interessant!

Lahore befindet sich ca. 30 Kilometer von der Grenze mit Indien und dieser Grenzübergang, die Wagha-Grenze, ist der Einzige zwischen diesen beiden “Feinden”. Seit der Unabhängigkeit Pakistans (1947) wird dort jeden Abend kurz vor Sonnenuntergang eine Zeremonie von den pakistanischen und indischen Grenzoffizieren durchgeführt – “lowering the flags”. Wahrscheinlich war es früher mal eine ernsthafte Veranstaltung, aber nun ist es eine große Touristenattraktion. Vor allem auch für die pakistanischen und indischen Zuschauer. Soldaten in “Faschingskostümen” rennen auf beiden Seiten hin und her und ganz kurz geben sich die Oberoffiziere der beiden Länder “freundschaftlich” die Hand, bevor die beiden Flaggen eingeholt werden. Das alles unter dem Gegröl der Massen an beiden Seiten der Grenze. Es ist ganz lustig anzusehen, aber für ausländische Touristen recht schwer zu verstehen, was nun genau der Sinn dieser “Slapstick” Aufführung ist, die nun seit 60 Jahren jeden Abend aufgeführt wird.

Nun waren wir also in Indien und nach einer wilden Fahrt mit der Motorrickshaw kamen wir im Dunkeln in Amritsar an.

Nadat we weer terug waren op het busstation van Gilgit, besloten we meteen onze buskaarten te kopen richting Rawalpindi en dit hield in dat onze bus de volgende morgen 8 uur gepland stond te vertrekken. Bussen naar Rawalpindi vertrekken bijna elk uur van de dag. De reden waarom we zo vroeg wilden vertrekken, was dat we de SWAT Valley zouden passeren en dit wilden we, ondanks de stabielere situatie nu, graag in daglicht doen.

Acht uur werd negen uur, maar voor Pakistaanse vertragingsbegrippen is dit nog prima binnen de perken. Dat ene uurtje maakte ook weinig uit, aangezien de hele rit minimaal 17 uur zou gaan duren. Uiteindelijk werden het 22 lange uren… De bus zou weliswaar airco hebben, maar die was blijkbaar op 30 graden ingesteld. De airco was overigens ook nog in een ‘frisse lucht gevecht’ met een klein kind dat pal achter ons zat. Het stond al snel 1-0 voor kleine Mohammed nadat ie z’n luier + z’n reserve had volgedrukt…de reis kon beginnen!

Bij aankomst in Rawalpindi, een stad met 2,5 miljoen inwoners en 10 km. verwijderd van hoofdstad Islamabad, was duidelijk waarvoor iedereen ons had gewaarschuwd…de warmte…wat een hitte! Afdrogen na het douchen had totaal geen zin. We wilden hier maar 1 dag blijven en ondanks de warmte en 22 uur busrit in de wielen, besloten we toch nog iets te doen en namen de bus naar Islamabad. Zoals gezegd is Islamabad de hoofstad van Pakistan sinds 1960 en werd compleet nieuw gebouwd om Karachi als hoofdstad te vervangen. Dat het een ‘geplande’ stad is, wordt meteen duidelijk. Het heeft totaal geen atmosfeer en na het bezoeken van het National Monument of Pakistan, een monument dat lijkt op een bloem en vertegenwoordigt de vier provincies en drie territories van het land, waren we snel weer thuis in ons hotel en namen de volgende dag vroeg de trein naar Lahore.

Lahore is zo een stad zoals je ze voorsteld op het Indische Subcontinent. Warm, chaos, vies en veel te veel mensen! Eigenlijk was het te warm om iets te ondernemen. Een saillant detail is nog dat Lahore ‘regular power cuts’ heeft en dit betekent dat om het uur de stroom wordt afgeknepen. Slapen was er dus niet bij op het moment dat ‘s nachts de stroom wegvalt en de ventilator uit gaat. Als deze ventilator z’n laatste ronde heeft gedraaid, breekt meteen het zweet je uit!

Een paar dingen wilden we toch doen. Als eerste hadden we de mogelijkheid om een Sufi-night bij te wonen. Het Soefisme geldt als een islamische mystiek en is voor de aanhangers de esotherische waarheid van de Islam. Een belangrijk onderdeel is muziek – Gezang en dans worden bijgestaan door trommels en fluiten. Elke donderdagavond wordt in het Baba Shah Jamal in Lahore de zogenaamde Sufi-nacht georganiseerd, waar de beroemde Sain-broeders op hun dhol-trommels hun opwachting maken. Urenlang danst de menigte en schudden ze hun hoofden net zolang totdat ze in een soort coma geraken. Gonga Sain is vanaf z’n geboorte al doof en heeft het trommelen van zijn vader geleerd. Hij kan de vibraties met z’n buik voelen en samen met z’n broer speelt ie tot op de laatste toon alles synchroon. Gonga is voor z’n supporters een heilige en beiden spelen ook soms op internationale festivals. Het was zeer interessant om deze avond bij te wonen en lagen pas half 4 ‘s nachts weer in bed!

Voor Romy was het echt te warm en besloot daarom maar op het dakterras van het hotel te blijven. Ik bezocht het Lahore Fort en de naastgelegene Badshahi moskee. Het fort is een bouwwerk uit het Mughal tijdperk en in z’n huidige vorm stamt het uit het jaar 1556. Het deed dienst als onderkomen voor de Mughal leider Akbar en de verschillende bouwwerken op het 20 hectare grootte terrein hadden allemaal een andere functie zoals het ontvangen van (buitenlandse) gasten, slapen en bidden. In India staan nog twee van deze Mughal forten (Delhi, Agra) die ik al gezien heb. Het Lahore fort komt op nummer drie. De Badshahi moskee ligt naast het fort en is een van de grootste moskeeen in de wereld. Het voorplein van deze moskee biedt plaats aan 100.000 mensen. Het lijkt overigens heel erg op de Jama Masjid in Delhi, dus de foto’s zullen erg lijken op die nog komen gaan vanuit Delhi…

Tijdens mijn bezoek aan deze moskee kwam ik ‘Peter’ tegen waarmee ik twee uur lang op een terras onder het genot van een milk tea heb zitten discusseren over van alles en nog wat. Het bijzondere aan hem was dat ie christen was in een bijna 100% moslim gemeenschap. Hij nodigde ons uit voor een diner bij hem thuis en tijdens en na het avondmaal discusseerden we nog verder over dit onderwerp. Erg interessant!

Lahore ligt op 30 km van de grens met India en deze grens, de Wagha border, is de enige grensovergang tussen deze twee vijanden. Sinds het jaar dat Pakistan onafhankelijk werd (1947), wordt er elke avond, kort voor zonsondergang, een ceremonie ‘lowering the flags’ gehouden tussen de Pakistaanse borderguards en die van India. Waarschijnlijk ooit begonnen als een serieuze happening, maar nu een grote toerist attractie. Vooral ook voor Pakistaanse en Indiase mensen. Militairen in carnavals outfit rennen heen en weer aan beide zijden en heel kort wordt er een ‘vriendelijke’ hand gegeven tussen de twee opperhoofden van beide landen voordat de beide vlaggen naar beneden gehaald worden. Dit alles onder luid gejoel van de grote groep supporters aan beide zijden van de grens. Al met al interessant om te zien, maar voor buitenlandse toeristen moeilijk te bevatten wat nou precies het doel is van deze slapstick verstoning die dus al meer dan 60 jaar elke avond opgevoerd wordt.

Nu waren we dus in India aangekomen en na een wilde rit met een motorrickshaw arriveerden we uiteindelijk in het donker in Amritsar.